Gevel versiering van Toor aan de Nieuwe Haven in Vlaardingen
Kijk op "lees meer"
De bijgaande foto’s zijn uit 2012 en danken we aan de inzet van Peter de Jong van het Vlaardings Taalgenotschap. Peter heeft met zijn genotschap, dus niet genootschap met dubbel-O, maar met een enkele O, diverse gevelversieringen in Vlaardingen onder handen genomen. Bekend zijn die o.a. aan de Afrol, Kortedijk, Callenburghstraat en zelfs een nieuwe van Benzo aan de Zomerstraat.
De gevelreclame van de firma van Toor staat niet in de buurt van de Markt zoals misschien te verwachten was en waar om de hoek aan de Maassluissedijk nog de Schelvispekel en andere alcoholische dranken gemaakt worden bij de Distilleerderij van Toor. Tegenwoordig van Leo Fontijne, die het ondertussen eenmans bedrijfje heeft overgenomen van Sjaak van Toor, maar heel vroeger van Henk van Toor. Vandaar het logo wat ook op de foto staat. Dit staat voor “Henk van Toor Jacobzoon”. Het logo stond ook op de flessen “Torine”, de limonade gazeuse van van Toor. Leo Fontijne gebruikt het logo nog steeds voor diverse dranken.
De foto is ook niet in de buurt van het ondertussen gesloopte pand van Kruidenier Hoogvliet. Dat was eens de oliegoedfabriek Jacob van Toor was, bijgenaamd “Cob van Toor”. Het is wel op het pand op het Grote Visserijplein hoek Koningin Wilhelminahaven. Diezelfde Jacob of Jaap van Toor had hier een winkel annex café. Hier konden de vissers hun tabak, laarzen, klompen, boetnaalden, kaakmesjes en werkkleding kopen voor zij naar zee gingen. Ook kruidenierswaren die de vissers nodig hadden en niet door de rederij werd verstrekt. Dat was zoal tabak om aan boord een piraatje te draaien of in de pijp te stoppen, dikke melk of suiker. Het oliegoed kwam uiteraard van de fabriek aan de Parallelweg. Maar niet alleen de vissers kwamen bij van Toor. Ook werklui die hun boterhammen opaten tussen de middag, inclusief een borreltje of een glaasje prik, zoals Torine limonade gazeuse, inderdaad, zoals gezegd, gemaakt door van Toor aan de Markt. Maar ook als de werklui hun weekloon in een loonzakje hadden ontvangen gingen ze even een borreltje halen bij van Toor. Vrouwen haalden dan hun mannen maar op, anders bleef er van het weekloon weinig over. Tegenwoordig is het “eetcafé van Toor” al is het twijfelachtig of dit na Corona nog open zal gaan.
De familie van Toor waren echte ondernemers. Zij hadden buiten de distilleerderij, grossierderij en slijterij de Wijnoogst, de oliegoedfabriek en de winkel annex café ook een rederij. Rederij van Toor had mooie grijs geschilderde loggers varen. Het pas afgebrande, maar weer netjes opgebouwde pand aan bijna het einde van de Oosthavenkade was ook van “van Toor”. Daar lagen vaak de loggers van de rederij. De familie van Toor had de familienaam te danken aan een voorvader met grote oren. Zo kwam in die oude tijd de familienamen tot stand. Die man met die grote oren werd die man van van ‘t Oor, wat later verbasterd is tot van Toor. Zoals bekend is de achternaam van Bassie en Adriaan ook van Toor. Op de tentoonstelling van Bassie en Adriaan die we recent in het museum hadden was ook hun stamboom. Hun betovergrootvader was Arij van ‘t Oor. Het stond er duidelijk, maar werd meestal over het hoofd gezien. Alhoewel de acrobaten niet direct familie waren van de ondernemersfamilie hadden ze wel de zakelijkheid gemeen.
Zo hebben we aan Peter de Jong toch een mooie gevelversiering te danken, zelfs inclusief de mooi geschilderde schroeven die het geheel op zijn plaats moeten houden.